32460

Inleiding De kleine KEUTERBOERDERIJ annex daglonerswoning is gebouwd in streekeigen bouwtrant. Het dateert uit de eerste helft van de 19de eeuw. Het pandje staat midden in de gave structuur van het landelijk-agrarische gebied en fungeert als vakantie-onderkomen.Omschrijving Het éénlaags, vrijstaande pand op rechthoekige plattegrond heeft een rieten schilddak met nokvorst. De voet van het dak van de achtergevel bestaat uit zwarte oud-Hollandse dakpannen. Het pand is opgetrokken in handvorm baksteen; de plint is zwart geschilderd, het overige muurwerk wit. Tussen de muur en de aansluiting bij het dak zijn houten planken gebruikt. De schoorsteen is vernieuwd in machinale baksteen. De korte oostelijke zijgevel is naar de straat gekeerd; hierin bevindt zich een vierruits raam met luik. In de lange zijgevel (zuid) bevinden zich drie vierruits ramen met luiken en drie deuren; geheel rechts de hoofdingang met vernieuwde paneeldeur, in het midden en links een opgeklampte deur. Deuren en luiken zijn donkergroen, de kozijnen rood en het raamwerk is wit geschilderd. Het pand is zo laag, dat er vrijwel geen ruimte is tussen de muuropeningen en het dak. De lange gevel (noord) is zeer laag aangezet; waar zich het stalgedeelte bevond, is er een klein stalraam; in het dakvlak bevindt zich een klein dakraam. In de korte zijgevel (west) zijn tuindeuren aangebracht ter plaatse van de oorspronkelijke staldeuren. Inwendig is het pand voor bewoning geschikt gemaakt. Tegen de binnenzijden van de gevels zijn durox-blokken gemetseld. De vloer is gedeeltelijk van beton, deels van plavuizen. De oorspronkelijke indeling is gewijzigd, maar laat zich nog herkennen. Tweezijdige gemetselde schouw. Op het erf een bakstenen put.Waardering Het voormalige landarbeidershuisje annex keuterboerderijtje beschikt over zeldzaamheidswaarde aangezien in deze categorie veel objecten zijn gesloopt of ingrijpend verbouwd; de betrekkelijke gaafheid van met name de uitwendige verschijningsvorm, de hoofdconstructie en materiaalgebruik waarbij de oude indeling herkenbaar is gebleven; de herinneringswaarde als object van landelijke bouwkunst als gevolg waarvan inzicht in de sociale en economische geschiedenis van de werkende klasse wordt verschaft; architectuur- en bouwhistorische waarden liggen besloten in structurele en ruimteschikkende elementen als het muurwerk van de gevels, de rieten dakdekking met nokvorst en verschillende houten onderdelen die wegens ouderdom en samenhang bijdragen aan de documentaire status van het pand, aan de geschiedenis van het bouwen en als zodanig wetenschappelijk belang hebben; de situering van het pand temidden van akkers en velden met agrarische bestemming en spaarzame bebouwing verschaffen het object bijzondere historische belevingswaarde en dragen bij tot de opwekking van een gevoel van een wereld van agrarische oorspronkelijkheid. Al deze verschillende hoedanigheden omvatten tezamen het predikaat cultuurhistorische waarde en impliceren een nationaal belang.

32460

Inleiding De kleine KEUTERBOERDERIJ annex daglonerswoning is gebouwd in streekeigen bouwtrant. Het dateert uit de eerste helft van de 19de eeuw. Het pandje staat midden in de gave structuur van het landelijk-agrarische gebied en fungeert als vakantie-onderkomen.Omschrijving Het éénlaags, vrijstaande pand op rechthoekige plattegrond heeft een rieten schilddak met nokvorst. De voet van het dak van de achtergevel bestaat uit zwarte oud-Hollandse dakpannen. Het pand is opgetrokken in handvorm baksteen; de plint is zwart geschilderd, het overige muurwerk wit. Tussen de muur en de aansluiting bij het dak zijn houten planken gebruikt. De schoorsteen is vernieuwd in machinale baksteen. De korte oostelijke zijgevel is naar de straat gekeerd; hierin bevindt zich een vierruits raam met luik. In de lange zijgevel (zuid) bevinden zich drie vierruits ramen met luiken en drie deuren; geheel rechts de hoofdingang met vernieuwde paneeldeur, in het midden en links een opgeklampte deur. Deuren en luiken zijn donkergroen, de kozijnen rood en het raamwerk is wit geschilderd. Het pand is zo laag, dat er vrijwel geen ruimte is tussen de muuropeningen en het dak. De lange gevel (noord) is zeer laag aangezet; waar zich het stalgedeelte bevond, is er een klein stalraam; in het dakvlak bevindt zich een klein dakraam. In de korte zijgevel (west) zijn tuindeuren aangebracht ter plaatse van de oorspronkelijke staldeuren. Inwendig is het pand voor bewoning geschikt gemaakt. Tegen de binnenzijden van de gevels zijn durox-blokken gemetseld. De vloer is gedeeltelijk van beton, deels van plavuizen. De oorspronkelijke indeling is gewijzigd, maar laat zich nog herkennen. Tweezijdige gemetselde schouw. Op het erf een bakstenen put.Waardering Het voormalige landarbeidershuisje annex keuterboerderijtje beschikt over zeldzaamheidswaarde aangezien in deze categorie veel objecten zijn gesloopt of ingrijpend verbouwd; de betrekkelijke gaafheid van met name de uitwendige verschijningsvorm, de hoofdconstructie en materiaalgebruik waarbij de oude indeling herkenbaar is gebleven; de herinneringswaarde als object van landelijke bouwkunst als gevolg waarvan inzicht in de sociale en economische geschiedenis van de werkende klasse wordt verschaft; architectuur- en bouwhistorische waarden liggen besloten in structurele en ruimteschikkende elementen als het muurwerk van de gevels, de rieten dakdekking met nokvorst en verschillende houten onderdelen die wegens ouderdom en samenhang bijdragen aan de documentaire status van het pand, aan de geschiedenis van het bouwen en als zodanig wetenschappelijk belang hebben; de situering van het pand temidden van akkers en velden met agrarische bestemming en spaarzame bebouwing verschaffen het object bijzondere historische belevingswaarde en dragen bij tot de opwekking van een gevoel van een wereld van agrarische oorspronkelijkheid. Al deze verschillende hoedanigheden omvatten tezamen het predikaat cultuurhistorische waarde en impliceren een nationaal belang.