66194

Objectomschrijving9989AD10OmschrijvingDeels onderkelderde DWARSHUISBOERDERIJ, bestaande uit een voorhuis met hals en een hoofd- en bijschuur. Het voorhuis is opgetrokken in een roodbruine baksteen op een gepleisterd trasraam. Het schilddak, gedekt met een zwarte geglazuurde Friese golfpan, heeft twee schoorstenen met kap op de nokeinden en een kroonlijst. De hoofdentree bevindt zich aan de zuidoostzijde in een doorgetrokken, gepleisterd middenrisaliet. Het risaliet heeft gepleisterde hoekpilasters met spiegels en wordt afgesloten door een steekkap (schilddak) met kroonlijst, waarop een windwijzer prijkt. De entree bestaat uit een dubbele houten paneeldeur met bewerkt glas in de deurlichten, onder een getoogd bovenlicht met omlijsting en kuif. Voor de entree een natuurstenen stoep van twee treden. Bovenin het risaliet een zesruits schuifvenster met omlijsting en kuif en een Frans balkon. De gevels worden geleed door zesruits schuifvensters met omlijsting en kuif, en houten luiken. Onder de vensterdorpels bevinden zich decoratief gepleisterde rechthoekige vlakken met consoles. De zuidoostgevel heeft vier vensters en de noordoost- en zuidwestzijde hebben elk drie. Onder het laatste venster aan de noordoostzijde bevindt zich een getoogd tweeruits keldervenster met gietijzeren rooster ervoor.De HALS, die is opgetrokken in een roodbruine baksteen, heeft een kap met gietijzeren goot op klossen die aan de zuidwestzijde gedekt is met een zwarte Hollandse pan en aan de noordoostzijde met golfplaat. Op de nok een gemetselde schoorsteen. In de zuidwestgevel, die een gepleisterd trasraam heeft, bevinden zich een paneeldeur met bovenlicht met gietijzeren levensboom onder een strek, en twee zesruits vensters onder een strek. De noordoostgevel heeft drie kleine vensters met roedenverdeling onder een strek.De HOOFD- en BIJSCHUUR zijn beide opgetrokken in een roodbruine baksteen onder een met riet gedekt wolfdak waaroverheen grotendeels golfplaten zijn gelegd, met houten uilenborden in de nokeinden. Zowel hoofd- als bijschuur hebben aan de noordwestgevel een bakgoot op klossen van gele baksteen. In de noordwestgevel van de hoofdschuur bevinden zich twee getoogde dubbele houten staldeuren en hoge getoogde dubbele deeldeuren, alle onder een segmentboog en alle geflankeerd door een rij rozetankers. Boven de rechter staldeuren een gevelsteen uit een vorige boerderij met onder ander het bouwjaar 1655, en boven de staldeuren in het midden een door gele baksteen omlijste gevelsteen met de tekst: Haijemaheert, gebouwd in 1875, H.D. en H.D. (Hendrik Dijkema en Hillegien Dijkhuis). De schuurdeuren worden afgewisseld door in totaal drie getoogde ijzeren zesruits vensters en bovenin de gevel bevinden zich twee getoogde ijzeren vierruits vensters. In de zuidoostgevel, die een goot heeft op gele bakstenen klossen, bevinden zich een opgeklampte deur met bovenlicht, een zesruits venster (beide onder een strek) en twee getoogde zaadvensters. De noordoostgevel heeft een aankapping (jonger) waarin het kippenhok is ondergebracht, met een opgeklampte deur aan de zuidoostzijde. De zuidwestgevel van de hoofdschuur is blind.De noordwestgevel van de bijschuur heeft een hoge getoogde houten dubbele schuurdeur met aan weerszijden een rij rozetankers en twee getoogde gietijzeren zesruits vensters. De zuidoostgevel van de bijschuur heeft zes houten aardappelluiken onder een rollaag en de zuidoostgevel is blind.WaarderingDwarshuisboerderij met aangebouwde bijschuur van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde- als kenmerkend voorbeeld van een dwarshuisboerderij uit de tweede helft van de 19de eeuw- vanwege de opvallende eclectische vormgeving- vanwege de bijzondere detaillering en het materiaalgebruik- vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur- vanwege de functionele relatie met de andere complexonderdelen- vanwege de mooie ligging aan het eind van de wierde tegenover het station

66194

Objectomschrijving9989AD10OmschrijvingDeels onderkelderde DWARSHUISBOERDERIJ, bestaande uit een voorhuis met hals en een hoofd- en bijschuur. Het voorhuis is opgetrokken in een roodbruine baksteen op een gepleisterd trasraam. Het schilddak, gedekt met een zwarte geglazuurde Friese golfpan, heeft twee schoorstenen met kap op de nokeinden en een kroonlijst. De hoofdentree bevindt zich aan de zuidoostzijde in een doorgetrokken, gepleisterd middenrisaliet. Het risaliet heeft gepleisterde hoekpilasters met spiegels en wordt afgesloten door een steekkap (schilddak) met kroonlijst, waarop een windwijzer prijkt. De entree bestaat uit een dubbele houten paneeldeur met bewerkt glas in de deurlichten, onder een getoogd bovenlicht met omlijsting en kuif. Voor de entree een natuurstenen stoep van twee treden. Bovenin het risaliet een zesruits schuifvenster met omlijsting en kuif en een Frans balkon. De gevels worden geleed door zesruits schuifvensters met omlijsting en kuif, en houten luiken. Onder de vensterdorpels bevinden zich decoratief gepleisterde rechthoekige vlakken met consoles. De zuidoostgevel heeft vier vensters en de noordoost- en zuidwestzijde hebben elk drie. Onder het laatste venster aan de noordoostzijde bevindt zich een getoogd tweeruits keldervenster met gietijzeren rooster ervoor.De HALS, die is opgetrokken in een roodbruine baksteen, heeft een kap met gietijzeren goot op klossen die aan de zuidwestzijde gedekt is met een zwarte Hollandse pan en aan de noordoostzijde met golfplaat. Op de nok een gemetselde schoorsteen. In de zuidwestgevel, die een gepleisterd trasraam heeft, bevinden zich een paneeldeur met bovenlicht met gietijzeren levensboom onder een strek, en twee zesruits vensters onder een strek. De noordoostgevel heeft drie kleine vensters met roedenverdeling onder een strek.De HOOFD- en BIJSCHUUR zijn beide opgetrokken in een roodbruine baksteen onder een met riet gedekt wolfdak waaroverheen grotendeels golfplaten zijn gelegd, met houten uilenborden in de nokeinden. Zowel hoofd- als bijschuur hebben aan de noordwestgevel een bakgoot op klossen van gele baksteen. In de noordwestgevel van de hoofdschuur bevinden zich twee getoogde dubbele houten staldeuren en hoge getoogde dubbele deeldeuren, alle onder een segmentboog en alle geflankeerd door een rij rozetankers. Boven de rechter staldeuren een gevelsteen uit een vorige boerderij met onder ander het bouwjaar 1655, en boven de staldeuren in het midden een door gele baksteen omlijste gevelsteen met de tekst: Haijemaheert, gebouwd in 1875, H.D. en H.D. (Hendrik Dijkema en Hillegien Dijkhuis). De schuurdeuren worden afgewisseld door in totaal drie getoogde ijzeren zesruits vensters en bovenin de gevel bevinden zich twee getoogde ijzeren vierruits vensters. In de zuidoostgevel, die een goot heeft op gele bakstenen klossen, bevinden zich een opgeklampte deur met bovenlicht, een zesruits venster (beide onder een strek) en twee getoogde zaadvensters. De noordoostgevel heeft een aankapping (jonger) waarin het kippenhok is ondergebracht, met een opgeklampte deur aan de zuidoostzijde. De zuidwestgevel van de hoofdschuur is blind.De noordwestgevel van de bijschuur heeft een hoge getoogde houten dubbele schuurdeur met aan weerszijden een rij rozetankers en twee getoogde gietijzeren zesruits vensters. De zuidoostgevel van de bijschuur heeft zes houten aardappelluiken onder een rollaag en de zuidoostgevel is blind.WaarderingDwarshuisboerderij met aangebouwde bijschuur van algemeen belang vanwege cultuur- en architectuurhistorische waarde- als kenmerkend voorbeeld van een dwarshuisboerderij uit de tweede helft van de 19de eeuw- vanwege de opvallende eclectische vormgeving- vanwege de bijzondere detaillering en het materiaalgebruik- vanwege de hoge mate van gaafheid van het exterieur- vanwege de functionele relatie met de andere complexonderdelen- vanwege de mooie ligging aan het eind van de wierde tegenover het station