0ec039c9-2d21-4d7c-8805-8b450f753266

De familie Van Loon behoorde tot de absolute elite van regenten en bankiers van Amsterdam. In de tweede helft van de 19e eeuw bracht de Industriële Revolutie ook in Nederland een nieuwe periode van economische voorspoed; het geld stroomde binnen en de Nederlandse ondernemers en bankiers krijgen heel wat te besteden. Zo werden in een eeuw waarin mobiliteit steeds belangrijker wordt nieuwe, moderne en comfortabele rijtuigen gekocht. Behalve koetsiersrijtuigen zijn er de sportrijtuigen, zoals deze Char à Bancs, waar de heren zélf mee uit rijden gingen en de paarden konden mennen. Rond 1900 bestelde Jonkheer een daartoe een Char à Bancs bij de inmiddels befaamde Amsterdamse rijtuigbouwer Schutter & Van Bakel. De jonkheren maakten met de Char à Bancs vele ritten, onder andere door het Vondelpark. Behalve om aangename en sportieve vrijtijdsbesteding ging het hier om ontmoeting en statusbevestiging. Alle rijtuigen waren uitgevoerd in de heraldische kleuren van de jonkheren Van Loon met het familiewapen op de zijkant en met bijbehorend tuig. Het personeel ging in passend livrei, zodat het geheel voor een ieder van afstand te herkennen was. De komst van de auto in de 20e eeuw verdreef de rijtuigen uit het straatbeeld, ook bij de welgestelde families. De jongere generatie waardeerde vooral het sportieve element van het 'uit rijden gaan' en zij verruilden een sportrijtuig als de Break voor een snelle automobiel. Ze ontleenden hun status liever aan zo'n gemotoriseerde 'avonturenmachine'. De Eerste Wereldoorlog droeg bij aan de versnelling van dit proces, doordat paarden massaal werden gevorderd door het let leger. De Char à Bancs werd uiteindelijk in de jaren 1940 van de hand gedaan; de andere rijtuigen volgden. Het koetshuis was tot garage verbouwd. Na een lang verblijf in het Nationaal Rijtuigmuseum in Leek werd het rijtuig in 2013 weer in het inmiddels geheel gerestaureerde koetshuis bij het Museum van Loon aan de Keizersgracht geplaatst. overeengekomen

0ec039c9-2d21-4d7c-8805-8b450f753266

De familie Van Loon behoorde tot de absolute elite van regenten en bankiers van Amsterdam. In de tweede helft van de 19e eeuw bracht de Industriële Revolutie ook in Nederland een nieuwe periode van economische voorspoed; het geld stroomde binnen en de Nederlandse ondernemers en bankiers krijgen heel wat te besteden. Zo werden in een eeuw waarin mobiliteit steeds belangrijker wordt nieuwe, moderne en comfortabele rijtuigen gekocht. Behalve koetsiersrijtuigen zijn er de sportrijtuigen, zoals deze Char à Bancs, waar de heren zélf mee uit rijden gingen en de paarden konden mennen. Rond 1900 bestelde Jonkheer een daartoe een Char à Bancs bij de inmiddels befaamde Amsterdamse rijtuigbouwer Schutter & Van Bakel. De jonkheren maakten met de Char à Bancs vele ritten, onder andere door het Vondelpark. Behalve om aangename en sportieve vrijtijdsbesteding ging het hier om ontmoeting en statusbevestiging. Alle rijtuigen waren uitgevoerd in de heraldische kleuren van de jonkheren Van Loon met het familiewapen op de zijkant en met bijbehorend tuig. Het personeel ging in passend livrei, zodat het geheel voor een ieder van afstand te herkennen was. De komst van de auto in de 20e eeuw verdreef de rijtuigen uit het straatbeeld, ook bij de welgestelde families. De jongere generatie waardeerde vooral het sportieve element van het 'uit rijden gaan' en zij verruilden een sportrijtuig als de Break voor een snelle automobiel. Ze ontleenden hun status liever aan zo'n gemotoriseerde 'avonturenmachine'. De Eerste Wereldoorlog droeg bij aan de versnelling van dit proces, doordat paarden massaal werden gevorderd door het let leger. De Char à Bancs werd uiteindelijk in de jaren 1940 van de hand gedaan; de andere rijtuigen volgden. Het koetshuis was tot garage verbouwd. Na een lang verblijf in het Nationaal Rijtuigmuseum in Leek werd het rijtuig in 2013 weer in het inmiddels geheel gerestaureerde koetshuis bij het Museum van Loon aan de Keizersgracht geplaatst. overeengekomen