6c26acd8-b2b9-4b8a-a63c-dcf5f6ab81e4

In de tweede helft van de 19e eeuw zorgde de Industriële Revolutie in het kleinschalig, lokaal personenvervoer in eerste instantie voor een ware explosie van de paardentractie, zowel in het particulier als in het openbaar vervoer. Omnibussen werden op veel plaatsen in gebruik werd genomen in het stadsvervoer, maar ook op het platteland als aanvulling op het vervoer per spoor. Honderden omnibussen hebben een belangrijke sociaal-economische rol gespeeld in de ontsluiting van regio's of stadswijken waar railvervoer niet voldoende exploitabel werd geacht. Eind 19e eeuw werden omnibussen opgevolgd door de paardentram, begin 20e eeuw door de autobus. Het onderhavige object kwam rond 1875 in gebruik bij de Amsterdamse Omnibus Maatschappij werd rond 1885 verkocht aan de Spoorwegdienst M. Maas Hotel Kennemerland en vervolgens aan de Bloemendaal-Overveen-Haarlem Tram Omnibus Maatschappij waar het rijtuig tot 1902 heeft dienst gedaan. Omdat het daarna bij een Amsterdams Studentendispuut en de Amsterdamse Rijtuig Maatschappij terecht kwam, zal de rol in het openbaar vervoer uitgespeeld zijn. In 1960 ging het rijtuig via het Nederlands Openlucht Museum naar de stichting Paard & Karos. Na een grondige restauratie werd de omnibus in 1970 tentoongesteld in het Nationaal Rijtuig Museum te Leek.

6c26acd8-b2b9-4b8a-a63c-dcf5f6ab81e4

In de tweede helft van de 19e eeuw zorgde de Industriële Revolutie in het kleinschalig, lokaal personenvervoer in eerste instantie voor een ware explosie van de paardentractie, zowel in het particulier als in het openbaar vervoer. Omnibussen werden op veel plaatsen in gebruik werd genomen in het stadsvervoer, maar ook op het platteland als aanvulling op het vervoer per spoor. Honderden omnibussen hebben een belangrijke sociaal-economische rol gespeeld in de ontsluiting van regio's of stadswijken waar railvervoer niet voldoende exploitabel werd geacht. Eind 19e eeuw werden omnibussen opgevolgd door de paardentram, begin 20e eeuw door de autobus. Het onderhavige object kwam rond 1875 in gebruik bij de Amsterdamse Omnibus Maatschappij werd rond 1885 verkocht aan de Spoorwegdienst M. Maas Hotel Kennemerland en vervolgens aan de Bloemendaal-Overveen-Haarlem Tram Omnibus Maatschappij waar het rijtuig tot 1902 heeft dienst gedaan. Omdat het daarna bij een Amsterdams Studentendispuut en de Amsterdamse Rijtuig Maatschappij terecht kwam, zal de rol in het openbaar vervoer uitgespeeld zijn. In 1960 ging het rijtuig via het Nederlands Openlucht Museum naar de stichting Paard & Karos. Na een grondige restauratie werd de omnibus in 1970 tentoongesteld in het Nationaal Rijtuig Museum te Leek.