Het schip is gebouwd voor de visserij op de Zuiderzee. Jan Uithuisje gebruikte hiervoor sleepnetten (voor bot) en drijfnetten (voor haring en ansjovis), vistechnieken die in span – met twee schepen – werden bedreven. Bij het vissen op spiering in de winter viste Uithuisje, ook weer in span, met de wonderkuil. Na de afsluiting van de Zuiderzee (1932) verschraalde de visstand en kon er alleen nog paling en later ook snoekbaars worden gevangen. Paling met de dwarskuil, snoekbaars meestal met drijfnetten. Pieter en Cornelis Uithuisje visten na 1932 ook incidenteel op paling met hoekwant. Zie: Peter Dorleijn, ‘Van gaand en staand want.’ Deel II

Het schip is gebouwd voor de visserij op de Zuiderzee. Jan Uithuisje gebruikte hiervoor sleepnetten (voor bot) en drijfnetten (voor haring en ansjovis), vistechnieken die in span – met twee schepen – werden bedreven. Bij het vissen op spiering in de winter viste Uithuisje, ook weer in span, met de wonderkuil. Na de afsluiting van de Zuiderzee (1932) verschraalde de visstand en kon er alleen nog paling en later ook snoekbaars worden gevangen. Paling met de dwarskuil, snoekbaars meestal met drijfnetten. Pieter en Cornelis Uithuisje visten na 1932 ook incidenteel op paling met hoekwant. Zie: Peter Dorleijn, ‘Van gaand en staand want.’ Deel II