Een van de meest klassieke zweefvliegtuig-ontwerpen is de Grunau Baby. Het is een type waarin voor en tijdens WOII vele oorlogsvliegers opgeleid werden. De Baby was de kweekvijver van de Luftwaffe. Het begin van de jaren dertig gaf in Duitsland een grote interesse voor het zweefvliegen te zien. Het vliegen op thermiek kwam hier tot wasdom en menig overland-vlucht werd gemaakt. Om te voorzien in de behoefte aan eenzweeftrainer die ook overland-vluchten kon maken, ontwierpen Wolf Hirth en Edmund Schneider de Baby, die in 1932 zijn eerste vlucht maakte. De naam Grunau komt van het plaatsje waar de Baby gebouwd werd. Het was een zwever, vervaardigd uit hout en linnen, aanvankelijk voorzien van een open cockpit en vleugelstijlen die romp en vleugels tot een sterk geheel maakten. Een schaats was in plaats van een wiel aan de buik gemonteerd. De glijhoek van 1:17 was toen heel acceptabel, tegenwoordig wordt dit meer gezien als een "valhoek". Echter, bij veel zweefvlieg-liefhebbers gaat het hart sneller kloppen bij de Baby. Het is een hele prestatie om met dit "oud hout" een wat langere overland-vlucht te maken. Baby's zijn niet alleen in Duitsland (bij Schneider, Oberlerchn) en Frankrijk (bij Nord) maar ook in het naoorlogse Nederland bij Fokker gebouwd.