8e8c2bbc-85aa-4142-ad14-2d41c75ddd0e

Het toestel was van 1943 tot 1950 in dienst van de United States Navy. Ingedeeld en gestationeerd op NAS New York. Konvooien uit Engeland werden beschermd bij de nadering van de Oosterse kustwateren van de VS. Onderzeeboot opsporingspatrouilles werden gevlogen buiten de Oostkust van de VS. In 1951 Certificaat van Registratie gekregen en ingeschreven met registratie N1495V. en behoeve van de opsporings en reddingsdienst, een taak van het op het Marinevliegkamp Valkenburg gestationeerde vliegtuigsquadron 8, werden de 16-212 en de 16-216 in 1954 naar Nederland teruggevlogen, war zij de inmiddels buiten dienst gestelde Sea Otters moesten vervangen. De eerste reddingsoperatie van de 16-212 vond plaats op 8 november 1954. Naast de OSRD-taak vervulde vliegtuigsquadron 8 ook de opleiding van vliegers. Op 04-02-1957 wordt de laatste officiële vlucht gemaakt. Daarna heeft het toestel jaren lang voor het recreatiecentrum Bosbad Hoeven gestaan en is meerdere keren gerestaureerd en gerepareerd. In 1982 is de Catalina overgebracht naar Depot vliegtuigmaterieel op Gilze Rijen en in 1984 werd het overgedragen aan het Militaire Luchtvaart Museum (MLM) waar het werd geplaatst voor de hoofdingang. In 1996 is het toestel uit elkaar genomen en in 2004 vervoerd naar het depot van MLM Soesterberg. In 2020 heeft het een plek gekregen in het Nederlands Transport Museum in Nieuw-Vennep waar het gerestaureerd zal worden door de Stichting Neptune Association.

8e8c2bbc-85aa-4142-ad14-2d41c75ddd0e

Het toestel was van 1943 tot 1950 in dienst van de United States Navy. Ingedeeld en gestationeerd op NAS New York. Konvooien uit Engeland werden beschermd bij de nadering van de Oosterse kustwateren van de VS. Onderzeeboot opsporingspatrouilles werden gevlogen buiten de Oostkust van de VS. In 1951 Certificaat van Registratie gekregen en ingeschreven met registratie N1495V. en behoeve van de opsporings en reddingsdienst, een taak van het op het Marinevliegkamp Valkenburg gestationeerde vliegtuigsquadron 8, werden de 16-212 en de 16-216 in 1954 naar Nederland teruggevlogen, war zij de inmiddels buiten dienst gestelde Sea Otters moesten vervangen. De eerste reddingsoperatie van de 16-212 vond plaats op 8 november 1954. Naast de OSRD-taak vervulde vliegtuigsquadron 8 ook de opleiding van vliegers. Op 04-02-1957 wordt de laatste officiële vlucht gemaakt. Daarna heeft het toestel jaren lang voor het recreatiecentrum Bosbad Hoeven gestaan en is meerdere keren gerestaureerd en gerepareerd. In 1982 is de Catalina overgebracht naar Depot vliegtuigmaterieel op Gilze Rijen en in 1984 werd het overgedragen aan het Militaire Luchtvaart Museum (MLM) waar het werd geplaatst voor de hoofdingang. In 1996 is het toestel uit elkaar genomen en in 2004 vervoerd naar het depot van MLM Soesterberg. In 2020 heeft het een plek gekregen in het Nederlands Transport Museum in Nieuw-Vennep waar het gerestaureerd zal worden door de Stichting Neptune Association.